Perspectief voor de Aalstenaars vanuit onze unieke kijk op de samenleving
Verzoenen, mensen samenbrengen, mensen ondersteunen, een samenleving opbouwen, overleggen, aan een toekomst voor onze kinderen denken, allemaal begrippen die we spontaan aan christendemocratie associëren. Cd&v wil de Aalstenaars terug perspectief geven, een toekomst geven. En we doen dat vanuit onze unieke kijk op de samenleving.
Geen andere partij legt zo de klemtoon op de unieke mens als wij. Elke mens telt. Bij ons wordt een mens niet gereduceerd tot een of andere groep waartoe hij of zij behoort. Bij ons geen zondebokken. Wij willen niemand achter laten en willen daarom ruime steun geven aan verenigingen die mensen in armoede helpen.
Geenandere partij legt de focus op de mens in zijn geheel, als iemand die eten en drinken nodig heeft, een dak nodig heeft, en daarvoor werkt en onderneemt, als iemand die creatief is, die verantwoordelijkheid neemt en zorgt, maar ook als iemand die zin zoekt, die openstaat voor cultuur, voor anderen, voor de Andere om het met de woorden van Levinas te zeggen. Ook dat mensbeeld maakt ons uniek en zorgt er voor dat we staan voor een integraal beleid.
Geen andere partij is zo gefocust op nabijheid, op een leven met mensen die samen met ons in dezelfde buurt leven, in hetzelfde dorp of dezelfde wijk leven. Subsidiariteit kenmerkt ons als christendemocraten en niemand anders. We willen focussen op de verschillende wijken van de stad én op de deelgemeenten. Te veel leeft nu het gevoel dat de verschillende wijken van Aalst en de deelgemeenten voor het actuele stadsbestuur van geen tel zijn. We willen de gemeentediensten terug in de deelgemeenten brengen. Digitaal bestuur is top, maar ook nabij en fysiek contact moet mogelijk blijven. We willen ook in dorpspunten investeren: basisvoorzieningen moeten in iedere deelgemeente en iedere wijk ter beschikking zijn. We willen daarvoor oplossingen zoeken in de actuele economische context waarbij postkantoren en banken concentreren, buurtwinkels sluiten enz.
Geen andere partij durft het egoïsme zo in vraag te stellen als wij, durft verder te kijken dan de eigen neus, wil solidair zijn met de toekomstige generaties, wil onze kinderen een toekomst geven. Wij willen Aalst doorgeven aan onze kinderen als een betere plek om te leven, te ontspannen en te werken, zonder facturen door te schuiven en zonder onze leefomgeving te belasten. We kiezen voor een duurzaam beleid.
Laten we besturen met respect voor alle Aalstenaars, voor alle mensen die in het centrum van de stad wonen en hen een leefbare omgeving gunnen, respect voor de veiligheid van de burgers en de kwetsbaren zodat onze dochters en vrouwen zonder angst zich kunnen verplaatsen en aan activiteiten kunnen deelnemen, overdag en ’s avonds, respect voor het behoud van ons buitengebied dat ons moet zuurstof geven om te leven, respect voor ons cultureel erfgoed dat we in stand houden, respect voor de carnavalisten die zonder er een euro aan te verdienen van Aalst een bijzondere stad maken en haar faam kleuren. We willen dit respect omzetten in een open dialoog met alle Aalstenaars en alle verenigingen.
De meest leefbare stad van de wereld?
De ontwikkeling van Aalst is de voorbije jaren blijven stilstaan. Het beleid heeft onvoldoende initiatief getoond en houdt onvoldoende rekening met de fundamentele veranderingen die zich in onze Aalsterse samenleving voltrokken hebben.
Cd&v wil een leefbaar Aalst waarin iedereen zich thuis voelt. We willen een leefbaar centrum met leefbare wijken en leefbare deelgemeenten. Wat is leefbaar? Een stad waar het voor mensen aangenaam vertoeven is. Een stad waar het voor iedereen goed is om te wonen, te werken, te ontspannen en te leven. Een stad op mensenmaat. We willen dat het bestuur opnieuw ambitie uitstraalt. Cd&v wil van Aalst de meest leefbare stad van de wereld maken? Waarom niet? We hebben immers unieke troeven: een klein stadscentrum met veel gezellige cafés, restaurants en een divers winkelcentrum. Acht deelgemeenten daaromheen met allemaal nog een flinke portie groen gebied. Daar valt iets moois van te maken. En toffe inwoners: Aalstenaars zijn gekend als warme, vriendelijke en pretentieloze mensen. We mogen best ambitieus zijn.
Zelfs Aalst-centrum heeft nog de geest van een dorp: waar buren elkaar kennen, waar je op tien minuten bent waar je moet zijn, waar je bijna alles wat je nodig hebt kan vinden, waar iedereen kan meepraten over het nieuwtje van de dag. En tegelijk krijgt de stad, centraal gelegen tussen Brussel en Gent, met grootstedelijke problematieken te maken. Ja, dat is een uitdaging die we samen aangaan, maar een context die ook beloftevolle perspectieven biedt.
We gaan de uitdaging aan om onze typisch Aalsters DNA te bewaren en tegelijkertijd onze stad robuust te maken voor de toekomst. We willen een proper, groen, kindvriendelijk en veilig groot-Aalst. We ijveren voor duurzame en vlotte mobiliteit en aantrekkelijke openbare infrastructuur.
Kernwoorden van ons programma zijn: fysieke dienstverlening dicht bij de mensen: in de oude deelgemeenten en in de verschillende wijken van Aalst; iedereen mee; iedereen kan Nederlands spreken; Aalst ontwikkelen en uitbouwen; respect voor alle Aalstenaars; onze kinderen een toekomst gunnen.
Een dienstbaar stadsbestuur
- Goed bestuur
De stad bevindt zich als laagste bestuursniveau het dichtste bij de mensen. Het is het bestuursniveau waarbij de burgers het vaakst en snelst komen aankloppen. Daarom moet het ook heel nabij zijn voor alle inwoners van Groot-Aalst (zie hoofdstuk 3). De dienstverlening door de stadsdiensten moet daarnaast klantgericht en kwalitatief zijn.
Als christendemocraten geloven wij in een bestuurscultuur waarbij wordt geluisterd naar alle Aalstenaars, in een stadsbestuur dat een duidelijke langetermijnvisie heeft voor de stad en haar inwoners en in een stadsbestuur dat krachtdadig bestuurt en haar verantwoordelijkheid neemt.
- Een bestuur met ambitie: de meeste leefbare stad ter wereld
Aalst heeft vele troeven. Het bestuur mag en kan ambitieus zijn. Wij hebben de ambitie om van Aalst de meest leefbare stad ter wereld te maken. Misschien te ambitieus, misschien ook niet, maar wij zijn overtuigd dat het stadsbestuur een langetermijnvisie moet ontwikkelen: een toekomstbeeld voor Aalst 2050, vertrekkend bij de demografische evolutie en de grote maatschappelijke ontwikkelingen rondom ons (klimaat, gezonde lucht, duurzaamheid, …). In welk
Aalst willen we wonen? In welk Aalst willen we werken? In welk Aalst willen we vertoeven? We pleiten voor een traject met brede inspraak, waarbij we samen een toekomstbeeld voor onze stad vormgeven.
- Online dienstverlening versterken, fysieke dienstverlening behouden
Het is een bron van ergernis bij velen: parkeren kunnen we alleen nog betalen met een app. Willen we naar de bank of de post, moeten we steeds verder rijden omdat het dichtstbijzijnde punt is gesloten. ‘Doe maar via home banking’, krijgen we niet zelden te horen. Tegen senioren wordt gezegd: ‘Vraag aan de zoon of dochter om je te helpen.’ Niet iedereen is even sterk online. Wij willen dan ook dat voor alle essentiële diensten de fysieke dienstverlening verankerd wordt. We geloven sterk in de digitale economie, maar dat mag niet leiden tot uitsluiting. Na de coronacrisis is er een versnelling van de digitale samenleving gekomen. Om iedereen toe te laten om mee te kunnen in de digitale wereld pleit cd&v ervoor om:
- In de dorpspunten organiseren we vorming over het gebruik van digitale communicatiemiddelen
- snelle internettoegang te voorzien op openbare plaatsen
- een structurele werking uit te bouwen om afgeschreven laptops en tablets van Aalsterse bedrijven te kunnen bezorgen aan sociaal zwakke groepen, bij voorkeur in samenwerking met sociale actoren.
- Een sterke lokale gemeenschap
Een sterke lokale gemeenschap is voor ons de hoeksteen van een vitale samenleving. Wij kiezen voor een samenleving, waar elke mens zijn plaats heeft en iedereen zich thuis en goed kan voelen. Een samenleving op mensenmaat, waar mensen elkaar kennen, waar er wederzijds respect bestaat, en waar sociale voorzieningen worden ingeplant vanuit laagdrempeligheid en nabijheid. Wij geloven in een doorgedreven focus op wijkwerking, die mensen samenbrengt,
verbindt, en verantwoordelijkheid laat nemen. Waar maatschappelijk initiatief wordt aangemoedigd en ruimte krijgt, en waar verenigingen actief worden ondersteund.
Consequent met ons uitgangspunt (“elke mens telt”), verliezen we de kleinsten en de zwaksten niet uit het oog. We laten niemand achter.
- Een ondernemend en bruisend Aalst
Als christendemocraten geloven wij dat waar mensen vrij zijn om te ondernemen, zich te verenigen en samen te werken, een bruisende gemeenschap en een welvarende stad ontstaat. Wij geloven daarom in de cruciale rol die verenigingen, middenveldorganisaties en private initiatieven spelen. Een sterke middenstand is noodzakelijk voor een bruisende stad. Vanuit het stadsbestuur moeten deze actoren maximaal ondersteund worden.
Wij kiezen voor een ondernemende stad, waar iedereen die onderneemt wordt ondersteund, waar werk en welvaart wordt gecreëerd, en waar er nieuwe kansen ontstaan voor jong en oud. Wij geloven in een Aalst dat alle troeven heeft om te bruisen door cultuur, sport, innovatie en evenementen.
- Nette en veilige buurten
Veiligheid is een basisrecht voor alle burgers. Dat is ons uitgangspunt als christendemocraten. Elke Aalstenaar heeft recht op een veilige stad en veilige buurt. Wij willen dat de Aalstenaar veilig is, en zich veilig kan voelen, in zijn stad en in zijn buurt. Die veiligheid moet altijd en overal gegarandeerd zijn.
Als christendemocraten stellen wij veiligheid voorop als basis voor een samenleving waar iedereen zich goed voelt, en zich vrij kan ontplooien. Zonder veiligheid kan er geen samenleving zijn. Als mensen zich onveilig voelen, dan nemen we dat ernstig. Wanneer mensen zich onveilig voelen tast dit het vertrouwen van burgers in de overheid en hun medemensen aan. Het zorgt er voor dat mensen sociale contacten vermijden en terugplooien op zichzelf. Dat willen we niet.
Bovendien zijn de eerste slachtoffers van onveiligheid vaak de meest kwetsbare mensen in de samenleving. Zij wonen vaker in onveilige buurten en hebben minder middelen om zichzelf en hun naasten tegen onveiligheid te beschermen. We mogen niemand in de steek laten.
- Een positieve bestuurscultuur
Als cd&v geloven wij in een model waarin de meerderheidspartijen in de eerste plaats loyale partners zijn ten opzichte van elkaar. Het primaat van de politiek en de collegiale besluitvorming moeten centraal staan.
De transparantie van het bestuur en de actieve openbaarheid moet verder uitgebouwd worden. De informatie over de beleidsbeslissingen van de gemeenteraad en het schepencollege moet sneller op de website worden gepubliceerd. Deze moet bovendien worden voorzien van vlot leesbare en kernachtige toelichtingen. In de stedelijke communicatie moet verder gestreefd worden naar duidelijkheid en helderheid, voor alle doelgroepen.
- Een aantrekkelijk personeelsbeleid
Het stadsbestuur moet inzetten op een sterke bedrijfscultuur, op menselijke communicatie en op het welzijn van haar medewerkers. Het college van burgemeester en schepenen dient daarbij het goede voorbeeld te geven.
De stad moet een aantrekkelijke werkgever zijn, die inzet op het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent. De stad zorg voor een positieve leiderschapscultuur en ziet toe op het welzijn van alle medewerkers. Wij geloven in stadsdiensten die deontologie en integriteit hoog in het vaandel dragen, en die een duidelijk integriteitsbeleid ontwikkelen.
- Een aangename en duurzame stad
Als christendemocraten voelen wij ons verantwoordelijk voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen, voor de volgende generaties en voor de aarde die onze thuis is.
Wij kiezen voor een stad die aantrekkelijk en duurzaam is: waar we zorgzaam omspringen met onze omgeving en onze open ruimte, waar het aangenaam is om te wonen, waar we ons vlot en veilig kunnen verplaatsen, en waar er voldoende groen en ademruimte is.
Aalst moet een aantrekkelijke en duurzame stad zijn ten dienste van een leefbare, duurzame en menselijke samenleving.
- Kwalitatieve, klantgerichte en nabije stadsdiensten
De Aalsterse stadsdiensten moeten inzetten op een toegankelijke en laagdrempelige dienstverlening. De dienstverlening van de Aalsterse stadsdiensten moet kwalitatief, klantgericht en nabij zijn.
Cd&v-Aalst wil verzekeren dat de dienstverlening op een gelijkwaardige manier verzekerd wordt aan alle inwoners op ons grondgebied, ook in de deelgemeenten. Elke Aalstenaar moet zowel digitaal als aan het loket bij de stadsdiensten terecht kunnen. Er dient bijzondere aandacht te zijn voor de klantgerichtheid naar ouderen of mensen voor wie de digitale wereld minder bekend of vertrouwd is. Er moet verder worden geïnvesteerd in de digitale dienstverlening, zonder evenwel de fysieke dienstverlening af te bouwen. De klantgerichte stadsdiensten van de toekomst zijn zowel digitaal als fysiek bereikbaar.
Vele lokale problemen en dossiers vereisen een gecoördineerde aanpak door alle stadsdiensten. De aanpak moet geïntegreerd zijn. Verkokering moet worden tegengegaan. De stadsdiensten moeten nog meer beleidsoverschrijdend werken als één team.
De stad moet verder investeren in innovatie en digitale transformatie. Zij moet een voortrekkersrol spelen ten aanzien van maatschappelijke trends en nieuwe fenomenen, zoals inzet op digitale veiligheid en bescherming tegen cybercrime.
Als centrumstad heeft Aalst verschillende troeven op economisch en cultureel vlak om aantrekkelijk te zijn voor bezoekers uit de regio, en uit gans Vlaanderen. Een goede en volgehouden citymarketing is daarvoor noodzakelijk met een duidelijk en aantrekkelijk imago.
- Overleg: versterking van de lokale democratie
De bestaande participatietrajecten en adviesraden (jeugdraad, sportraad, ouderenraad, erfgoedraad,…) moeten opgewaardeerd worden. Ze moeten ook beter en blijvend ondersteund worden vanuit het stadsbestuur. Hun input kan zeer nuttig zijn en moet naar waarde geschat worden.
Als cd&v Aalst beschouwen wij de middenveldorganisaties als belangrijke partners. Zij staan midden de mensen en weten wat er leeft in de verenigingen, of de dorpen en in de wijken. Ook hun input is zeer nuttig. De stad kan nog meer doen om handelaars, bewoners en verenigingen samen te brengen.
Nabij bestuur en wijkgericht beleid
- De ontwikkeling van dorpspunten
- Ontwikkelen van een wijkgericht beleid
- We richten dorpspunten op: indien mogelijk aansluitend op de bestaande bibliotheken, …. Deze dorpspunten sluiten aan op andere dienstverlening die er in de wijken of gemeenten is. Ze zorgen voor de nabije, fysieke dienstverlening.
- Sommige stadsdiensten zoals de burgerlijke stand gaan aan huis bij mensen die zich niet kunnen verplaatsen;
- Het decentraal aanpakken van sociaal beleid en zorg;
- Een decentraal plan tegen eenzaamheid;
- Nabijheidspolitie en Buurtinformatienetwerken;
- Het bestrijden en opruimen van zwerfvuil via ondersteuning van verenigingen die lokaal actief zijn;
- Samenlevingsopbouw (integratie) op buurtniveau bevorderen zodat buurten sterker worden;
- Ondersteunen wijkgebonden middenstand;
- De deelgemeenten en de wijken van de binnenstad stimuleren we om zich te verenigen en/of initiatieven te nemen die de mensen en buurten te goede komen. Zij kunnen hun plannen voorleggen aan de stad die deze initiatieven passend ondersteunt, financieel en/of logistiek.
- Buurtfeestcheques van 150 euro kunnen worden toegekend aan buurtfeesten of buurtactiviteiten die beantwoorden aan bepaalde normen (minstens 20 gezinnen uit eenzelfde buurt, de activiteit heeft een duidelijke meerwaarde voor de gemeenschapsvorming, de activiteit heeft geen commercieel karakter);
- Inspraak
- Lokale raden
- Inspraak in wegenwerken en mobiliteit
- ieder heeft zijn behoeften en prioriteiten. Inspraak zorgt ervoor dat al deze uiteenlopende perspectieven worden gehoord en in overweging worden genomen.
- een stem voor iedereen: mobiliteit raakt ons allemaal, ongeacht onze achtergrond of levensstijl. Inspraak biedt iedereen de kans om mee te denken over hoe we ons verplaatsen;
- niemand kent Aalst beter dan de mensen die er wonen, werken en leven. Lokale kennis kan waardevolle inzichten opleveren die het plan beter maken.
De post bouwt haar kantorennetwerk af, de banken bouwen hun netwerk af, betaalautomaten verdwijnen uit het straatbeeld, de stadsdiensten centraliseren hun dienstverlening in het administratief centrum, enz. Allemaal centraliseren ze hun dienstverlening vanuit een eigen logica om kosten te besparen. Het resultaat is een kaalslag in de deelgemeenten en in verschillende wijken van klein-Aalst, waarbij basisdienstverlening wordt teruggeschroefd. Vooral voor oudere en meer kwetsbare mensen en voor mensen die nog niet mee zijn in de digitalisering is dat ferm vervelend.
Onder impuls van de cd&v-fractie in het Vlaams Parlement is een resolutie over kernversterkend beleid goedgekeurd. Eén van de voorstellen is het invoeren van zogenaamde “dorpspunten”. Dit idee ontstond in Duitsland en werd ondertussen omarmd door o.a. de provincie Oost-Vlaanderen.
Doelstelling is om verschillende sociale, maatschappelijke en commerciële functies dicht bij elkaar in één omgeving te combineren. Door de combinatie van deze diensten op één plek blijft het financieel haalbaar om basisdienstverlening te verzorgen dicht bij de mensen. Dat kan gaan over het afgeven en ophalen van postpakjes, een brievenpost, geldafhaling, een bibliotheek, het kopen van tickets voor het openbaar vervoer of het afhalen van een rijbewijs of een identiteitskaart enz.. Ook kan digitale vorming in de nabijheidscentra doorgaan. We willen tot slot investeren in de wijkwerking van de politie.
Cd&v wil dat het Aalsters stadsbestuur een initiatief neemt om de banken, de post en andere publieke en private dienstverleners samen te brengen en de dorpspunten concreet uit te werken.
We willen een wijkgericht beleid ontwikkelen dat kan verschillen van wijk tot wijk en van deelgemeente tot deelgemeente in functie van de concrete noden. Niet alles hoeft gecentraliseerd en geprofessionaliseerd te worden. Als we meer decentraal werken, zal er gemakkelijker aansluiting kunnen worden gevonden bij lokale verenigingen en kunnen lokale vrijwilligers ingezet worden. Wijkgericht beleid kan bestaan uit:
Een lokaal bestuur dat inwoners betrekt bij het beleid en bevraagt over hun wensen en verwachtingen, stimuleert om zich maatschappelijk te engageren en een volwaardige rol als burger op te nemen. Dat bevordert het samenleven en daardoor de leefbaarheid. Uit onderzoek blijkt dat Aalstenaars vinden dat ze voldoende worden geïnformeerd, maar te weinig worden geconsulteerd. Met een score van slechts 29% zit Aalst een vijfde lager dan de andere centrumsteden (35%).
De Aalsterse bevolking moet meer inspraak krijgen in het bestuur: verenigingen, buurtbewoners, stakeholders moeten bij het begin bij projecten en beleidsinitiatieven betrokken worden. Participatie is voor cd&v-Aalst de sleutel tot succes. Hoe meer ideeën er aangereikt worden en hoe beter er geluisterd wordt, hoe rijker het uiteindelijke resultaat en hoe groter het draagvlak.
De betrokkenheid van Aalstenaars bij het bestuur moet hoger. Inwoners van Aalst moeten worden betrokken op het beleid alvorens beslissingen worden genomen. Vooral voor lokale investeringen in wegen of infrastructuur is dat van belang. Maar ook over andere punten is een lokale toets in de deelgemeenten nuttig. Daar waar er vraag naar is, in de oude deelgemeenten of in de wijken van Aalst, worden lokale raden geïnstalleerd. Dit zijn verenigingen die, los van elke politieke of andere overtuiging, ijveren voor de herwaardering van hun deelgemeente. Al de inwoners van de wijk of de deelgemeente moeten op de vergaderingen welkom zijn. De lokale raden beogen een volwaardige aanspreekpunt voor het stadsbestuur te zijn. De lokale raden komen organisch tot stand en kunnen, indien nodig, in hun schoot verkiezingen houden om een bestuur aan te duiden. Hun vergaderingen zijn openbaar en voor alle inwoners van de deelgemeenten of van de wijk toegankelijk.
Als cd&v-Aalst geloven wij heel sterk in de meerwaarde van dorpsraden of lokale wijkraden. Buurtbewoners die zich willen engageren en de belangen van hun wijk willen verdedigen moeten de kans krijgen om deel uit te maken van een wijkraad. De wijkraden kunnen nuttige input leveren aan het stadsbestuur om zaken te verbeteren. Ze kunnen ook een actieve rol spelen in het geven van allerlei vorming, het ondersteunen van kwetsbare mensen en het bevorderen van de integratie van nieuwe gezinnen in de wijk of deelgemeente. De buurtbewoners kennen het beste hun dorp of wijk en weten wat er leeft, niet enkel voor het oplossen van problemen, maar ook over uitspelen van de sterktes van het dorp, verbeteren of bijsturen van bestaande initiatieven, enzovoort.
Aalst is een stad die leeft en beweegt, en we hebben allemaal een rol te spelen bij het vormgeven van de mobiliteit in onze geliefde stad. Het circulatieplan en mobiliteitsplan van Aalst zijn geen abstracte documenten, maar eerder een blauwdruk voor de manier waarop we ons in de stad verplaatsen, hoe we onze tijd doorbrengen en hoe we onze leefomgeving ervaren. Ook bij kleine en grote wegenwerken is inspraak van belang.
Inspraak moet zorgen voor:
Financieel beleid
Aalst situeert zich in vergelijking met de andere centrumsteden op fiscaal en financieel vlak in de middenmoot. Het belastingtarief in de personenbelasting (7,5%) en het belastingtarief in de onroerende voorheffing (944 opcentiemen) situeren zich rond het gemiddelde. Ook de schuld van de stad per inwoner situeert zich in de middenmoot van de centrumsteden.
In een sterk bestuurde stad moet de Aalstenaar waar voor zijn of haar (belasting)geld krijgen. We streven naar het zorgzaam omgaan met de financiële middelen van de stad. De basis daarvoor zijn duidelijke en realistische begrotingen en budgettaire meerjarenplannen.
Wij ijveren voor een moderne en eenvoudige belastings- en subsidiereglementen. Ook hier moeten transparantie en duidelijkheid vooropstaan. De beleidsdomeinoverschrijdende aanpak moet worden doorgetrokken naar het subsidiebeleid.
Team cd&v Aalst wil het actueel fiscaal en financieel beleid verderzetten. De Aalsterse financiën zijn gezond en moeten zo blijven. Aalst moet fiscaal aantrekkelijk blijven, zowel voor inwoners als voor ondernemers en bedrijven.
Samen leven, werken en genieten
- Respect
- Nederlands spreken speelt een sleutelrol in het respect voor elkaar
- Burenbemiddeling
Als twee mensen samenwonen hebben ze verwachtingen én verplichtingen tegenover elkaar. Anders zal het niet werken. Waarom zou dat in een samenleving anders zijn? Mensen die ervoor kiezen in Aalst te komen wonen moeten we goed opvangen en kansen geven. En we mogen ook verwachten dat iedereen bereid is om in de winkels en met onze buren Nederlands te spreken en om onze normen en waarden te respecteren.
Samen leven is ook zich verenigen en samen projecten opzetten als Casa Del Mundo en de Pikkeling. Overheden moeten dat niet zelf organiseren, maar onze verenigingen die Aalst kleuren en verrijken verdienen wel een steuntje in de rug. Laten we samen Aalst maken.
Samenleven doe je met elkaar in de buurt waar je woont, waar je thuis is. Worden we gelukkiger van al die anonimiteit? Van het niet meer hebben van basisdiensten in de eigen buurt? Wij willen het samenleven dicht bij huis, in de wijken van de stad en in de deelgemeenten activeren. Zo pleiten we voor dorpspunten waarop alle basisvoorzieningen ter beschikking zijn.
Christendemocraten staan open voor alle levensbeschouwingen en roepen iedereen op om vreedzaam met elkaar om te gaan. Het Midden-Oosten en het Grieks-Romeinse genie is een bakermat gebleken voor verschillende culturen en godsdiensten. Alles wat Europa gemaakt heeft, vindt er zijn oorsprong. Zowel het Christendom als de Islam en de Joodse godsdienst wortelen er. Voor ons is de essentie dat wie in Aalst woont vreedzaam met zijn buren en de andere Aalstenaars moet willen omgaan en bereid zijn om met elkaar respectvol te converseren. Dat doen we in het Nederlands. Iedereen engageert zich dan ook om het Nederlands als conversatietaal te leren. Daartoe zal de Aalsterse overheid een aanklampend beleid voeren en voor een ruim en klantvriendelijk aanbod zorgen. Het beleidskader om moskeeën te erkennen is door de Vlaamse overheid in 2022 herzien. Als stad respecteren we het decretaal kader.
Willen we echt een gepolariseerde samenleving? Waarom zouden we niet met iedereen respectvol kunnen omgaan? We verwachten niet alleen van politici dat ze respectvol met elkaar en met de inwoners van Aalst omgaan, we rekenen op respect voor iedereen van iedereen.
Wie duurzaam in Aalst komt wonen, moet de moeite nemen om Nederlands te leren. Dat is elementair respect. Nu kan je ook niet van dag één verwachten dat een nieuwkomer Nederlands spreekt. Dat is evident. Daarom geven we nieuwkomers kansen en enige tijd en helpen we hen op weg. We verwachten van al wie in Aalst duurzaam komt wonen dat ze Nederlands leren, dat ze zich daarvoor inspannen, omdat het nuttig is voor hun eigen ontplooiing, omdat het hun kansen in onze samenleving vergroot, omdat het een blijk van respect is, omdat het toont dat men echt wil samenleven en bijdragen tot de samenleving.
Vanuit het stadsbestuur willen we het Vlaamse beleid inzake inburgering ondersteunen en verbreden. Wanneer anderstalige ouders hun kinderen in het Vlaamse onderwijs inschrijven, moeten de ouders zich engageren om Nederlands te leren spreken. Van alle ouders mag worden verwacht dat ze nadat hun kind op een Vlaamse school werd ingeschreven de taal voldoende beheersen om in het Nederlands te converseren met de directie en de leerkrachten. We vragen aan de Vlaamse overheid een voldoende en een klantvriendelijk aanbod en investeren er extra in waar nodig. Het is immers van belang dat ouders met de schooldirectie en de leerkrachten vlot en goed over hun kinderen kunnen converseren. Dat is in het belang van het betrokken kind en in het belang van een vlotte schoolwerking. Dat impliceert dat ouders moeten in staat zijn om de schriftelijke (bv. via de brieven of mails die de leerkrachten of de school versturen) en de mondelinge boodschappen (bv. op oudercontacten) te begrijpen en er op te reageren. De Vlaamse overheid en het stadsbestuur moeten er voor zorgen dat er voldoende en klantvriendelijk aanbod komt om Nederlands te leren. Indien mogelijk, wordt dit aanbod op de school of op de dorpspunten verstrekt.
Vanuit het stadsbestuur willen we ook dat niet-Nederlandstaligen die in Vlaanderen komen wonen, via aanklampend beleid worden toegeleid tot het verwerven van de Nederlandse taal. We verwachten dat ze binnen de twee jaar in het Nederlands kunnen converseren. In Vlaanderen komen veel mensen wonen die tevoren in Brussel of Wallonië woonden en die geen Nederlands spreken. Kiezen om in Vlaanderen te wonen betekent ook dat men mag verwachten dat men echt wil leven onder de Vlamingen, kunnen praten met de buren, deelnemen aan de lokale gemeenschap, contact kunnen onderhouden met de leerkrachten en de scholen, zich kunnen uitdrukken in verzorgingsinstellingen, etc. Daarom verwachten we een inspanning om onze taal te verwerven. De overheid beoogt deze doelstelling te bereiken door een waaier aan initiatieven aan te bieden en door een aanklampend beleid te voeren dat de leerwinst opvolgt.
Wij kennen allemaal die kleine frustraties die ontstaan doordat een hond van de buren aanhoudend blaft, takken over de scheidingsmuur hangen of een haan die elke ochtend voor geluidsoverlast zorgt. Ze zorgen voor ongemak, spanningen en onvrede die helaas niet altijd in onderling overleg opgelost geraken.
Enkele maanden geleden werd een zaak over kraaiende hanen in de media uitgevochten, nog voor de rechter kon tussenkomen. Allerlei deskundigen hadden al deze of gene veroordeeld zonder kennis van het geschil en zonder iedereen gehoord te hebben. Daar wordt echt niemand beter van.
Zijn deze geschillen goeie redenen om naar de vrederechter te lopen? Eigenlijk niet, althans niet zo snel. Er is een tussenstap mogelijk: burenbemiddeling.
Bemiddelingsdiensten beogen conflicten die inwoners onder elkaar hebben, op te lossen door te bemiddelen en iedereen rond de tafel te brengen. Een grote troef schuilt in het neutrale en onafhankelijke karakter van de bemiddelaars.
Door de bemiddeling worden kleine burengeschillen weggehouden van de vrederechter. Dit is bijzonder interessant voor de betrokkenen want ze vermijden lange wachttijden en dure kosten. Het is ook nuttig om de vrederechters – die in Aalst overigens ook vragende partij zijn! – te ontlasten. En het is natuurlijk veel beter een geschil uit te praten en onder elkaar tot een gedragen oplossing te komen dan het geschil uit te vechten voor een rechtbank.
Bemiddeling beoogt conflicten op te lossen of minstens te beheersen zodat ze niet uit de hand lopen. De bemiddeling kan gaan over burenconflicten, maar zou ook kunnen gaan over familiale conflicten, huurconflicten, wijkconflicten enzovoort.
Burenbemiddeling werkt met vrijwilligers en kan praktisch worden ondersteund door de stad. In 2020 trok minister Verlinden mee aan de kar om bemiddeling beter te ondersteunen. Meer en meer lokale overheden gaan er op in.
Sociaal beleid en woonbeleid
- Lokaal sociaal beleid
- Een kwalitatieve woning voor elke Aalstenaar
- We vertrekken vanuit het principe dat open ruimte steeds schaarser wordt. De resterende open ruimte willen wij koesteren en dus opteren we waar mogelijk voor inbreiding.
- We ontwikkelen een strategie om te komen tot betaalbare en kwaliteitsvolle woningen voor de huidige Aalsterse bevolking, zonder dat er een massaal aanzuigeffect op niet-Aalstenaars optreedt.
- We willen de globale aantrekkelijkheid van Aalst stimuleren. Een aantrekkelijke woonomgeving begint bij een aantrekkelijke openbare infrastructuur, goed aangelegde voetpaden en wegen, vergroening waar het kan en zinvol is. Kwalitatieve openbare infrastructuur trekt kwalitatieve woningen aan en zo worden jonge gezinnen aangetrokken en zorgen we voor een bruisende stad.
- We kiezen voor kwaliteit in ons stadshart en in de dorpskernen. De aantrekkelijkheid, toegankelijkheid en gezelligheid van ons stadshart, de verschillende wijken en kernen van deelgemeenten willen wij verbeteren. Voor de binnenstad laten we een beeldkwaliteitsplan opmaken.
- Er komen normen voor de reclame, zowel aan gebouwen als van winkels.
- We leggen de nadruk op kwalitatieve projecten. Om kwaliteit objectief na te streven, wordt een kwaliteitskamer opgericht. Deze kamer bewaakt de beeldkwaliteit van individuele projecten.
- Behoud van het landelijk karakter van het buitengebied
- Betere ondersteuning van cohousing
- Bouw van sociale woningen en stimuleren van sociale verhuurkantoren
- Meer sociale (en kwaliteits)woningen
- Sociaal verhuurkantoor
- Laagdrempelige informatie
We evalueren het Lokaal Sociaal beleidsplan 2020-2025. Aangezien de stad hierin de regierol heeft maar tevens ook aanbieder is van sommige sociale diensten zorgen we voor de objectiviteit van deze evaluatie en betrekken we hierbij zowel de actoren als de doelgroep. Ook hier willen we als aanbieder transparantie brengen in de kosten en de resultaten. Deze evaluatie zal de basis vormen voor een nieuw beleidsplan 2026-2030.
We hebben hierbij oog voor Zorgzame Buurten. We zoeken naar partnerschappen en werken samen in lokale netwerken. We sporen krachten en talenten in de buurt op en benutten ze met het oog op het versterken van de capaciteiten van de buurt. Op die manier proberen we zorg- en ondersteuningsnoden te detecteren, met inbegrip van de verborgen noden. We zorgen voor toeleiding naar zorg en ondersteuning, zodat niemand nog door de mazen van het net valt. Beleidsadvisering vanuit de straat, de buurt, de wijk: burgerparticipatie en coproductie dus, in de ontwikkeling van het beleid.
Enkele principes voor ons algemeen woonbeleid:
Leegstaande eigendommen zijn nefast voor de uitstraling van een buurt en de leefkwaliteit van de omwonenden. We versterken de instrumenten om leegstand weg te werken (leegstandheffing, renovatiepremies …).
Voor huisjesmelkers geldt een ‘no pasarán’. Het beleid met een significante krotbelasting en strikte opvolging moet worden verdergezet. Domiciliecontrole door de wijkagenten blijft cruciaal.
We willen het landelijk karakter en identiteit van het buitengebied behouden en versterken. Het bestuur moet de intenties die ze heeft geuit verankeren in juridisch dwingende instrumenten. Er komt een verbod op meergezinswoningen in buitengebied tenzij het landelijk karakter door het project zou versterkt worden.
We willen ervoor zorgen dat ouderen langer zelfstandig kunnen wonen. Een van de manieren is cohousing te stimuleren waarbij ieder in zijn deel woont, maar er ook een gemeenschappelijke ruimte is. Nu staan ouderen vaak voor de keuze: of alleen thuis blijven wonen, of naar het rusthuis. Veel woningen zijn niet aangepast aan de behoeften van ouderen. Cohousing kan dan een uitkomst bieden. Cohousing kan met alleen jongeren of alleen senioren, maar ook met een mix van ouderen en jongeren. Vergelijk het met een assistentiewoning, maar dan zonder personeel. We integreren de optie van cohousing in ons woonbeleid.
De wachtlijsten voor sociale woningen in de stad lopen voortdurend op. In totaal wachtten in 2022 7.390 mensen op een sociale woning in Aalst, waarvan 2.429 Aalstenaars en 4.961 mensen van buiten Aalst. Door het gebrek aan ruime sociale woningen zijn het vooral grote gezinnen die lang moeten wachten. Daarnaast is er een gebrek aan kwaliteitsvolle en duurzame woningen en staat Aalst op een beschamende 280ste plaats van alle 300 Vlaamse gemeenten wat woningkwaliteit betreft. De gemiddelde EPC-waarde van een Aalsterse woning is 439,6, wat overeenstemt met label E. Mensen in armoede kunnen zich enkel slecht gerenoveerde woningen veroorloven, wat dus meer energiekosten betekent, en zo is de vicieuze cirkel rond.
Het tekort aan sociale woningen moet in samenspraak met de sociale huisvestingsmaatschappijen worden aangepakt. Bij het inplannen van nieuwe sociale woningen moet maximaal rekening gestreefd worden naar inbreiding.
Sociale verhuurkantoren zijn een waardevolle aanvulling op sociale woningbouw. We gaan in overleg met de sociale verhuurkantoren om hun werking te versterken en te ondersteunen. We onderzoeken daarbij hoe vastgoedeigenaars kunnen worden overtuigd om hun eigendom sociaal te verhuren en spreken hen proactief aan.
Een laagdrempelig informatiepunt ontwikkelen waar mensen terecht kunnen voor informatie rond huisvesting zoals sociale woningen, sociale verhuurkantoren, renovaties en energie.
- Streven naar een menswaardig bestaan voor elke Aalstenaar
- Integrale dienstverlening
- Buurtopbouwwerk
- Vrijetijdsbesteding
- Barrières identificeren en aanpakken
- Aandacht voor kansarmoede in het onderwijs
- Brugfiguren
- Schoolmateriaal
- €1 – maaltijden
Cd&v Aalst wil brugfiguren inschakelen en oudercafés organiseren. Een brug slaan tussen ouders en de school is nodig om hen meer te betrekken bij het hele schoolgebeuren. Brugfiguren gaan op pad met gezinnen: staan aan de schoolpoort, doen huisbezoeken, organiseren laagdrempelige activiteiten.
Cd&v-Aalst zal onderzoeken op welke manier kan samengewerkt worden met de scholen om de prijs van schoolboeken en schoolmateriaal fors te verminderen. We onderzoeken of we verkooppunten voor gebruikte boeken en andere schoolbenodigdheden kunnen opzetten. Daarbij ook aspecten als duurzaamheid en recycling voldoende inbedden. Daarnaast moet DIGITAalst verder worden ondersteund zodat ieder kind een laptop ter beschikking om huiswerk op te maken.
Een initiatief voor €1 – maaltijden moet worden opgezet als aanvulling op bovenstaande en andere initiatieven. Belangrijk hierbij is de nadruk op het feit dat het structureel in scholen moet worden ingebed, laagdrempelig, toegankelijk en niet-stigmatiserend mag zijn.
- Aandacht voor toegang tot werk en de sociale economie;
- Individuele trajecten
- Uitbreiding van de sociale economie
- Een duurzame samenwerking met het middenveld
- Ondersteuning van bestaande initiatieven
- Overlegmomenten met het middenveld
- Partnerschappen ondersteunen
Iedere mens verdient een menswaardig bestaan en dus te voorzien in basisbehoeften. Ieder mens heeft eten en drinken, een dak boven het hoofd, kleding, onderwijs enzovoort nodig. Cd&v wil daarom met in armoede of met een ernstig risico op armoede ondersteunen en kansen bieden om uit de armoede te geraken. Daarvoor moeten de fundamentele problemen worden aangepakt die het voldoen van deze behoeften in het gedrang brengen, zoals het gebrek aan financiële middelen, uitsluiting op de arbeidsmarkt en een gebrek aan ondersteuning in het onderwijs.
Mensen in armoede moet ook in staat worden gesteld om gewoon mens te zijn. Dat impliceert dat ze ook toegang moeten hebben tot de informatie die nodig is om vooruit te komen, kunnen deelnemen aan het verenigingsleven, gelijkgestemden ontmoeten en psychologische steun krijgen wanneer dat nodig is. Want leven in armoede veroorzaakt voortdurend stress. Een stress vanwege de vele rekeningen die betaald moeten worden, een stress om werk te vinden, een stress om eten te kunnen kopen enzovoort. Deze stress zorgt ervoor dat bepaalde stappen die voor de meeste mensen heel gewoon zijn, worden geblokkeerd.
Mensen in armoede worden geconfronteerd met problemen van huisvesting, voeding, onderwijs, werk, enz. Daarom is er behoefte aan integratie van verschillende diensten zodat mensen in één keer geholpen kunnen worden. Een dergelijke geïntegreerde aanpak moet verder worden uitgebouwd.
Verdere ondersteuning en uitbreiding van buurtopbouwwerk in geselecteerde wijken van de stad om buurtbewoners te verbinden, inclusie te bevorderen en de solidariteit bij de Aalstenaars aan te moedigen.
Voor cd&v betekent menswaardig leven ook genieten van vrije tijd. Daarom moeten we samen met de betrokken verenigingen bekijken hoe kwetsbare gezinnen meer toegang kunnen krijgen binnen de normale vrijetijdsbesteding. Door een kansenpas te voorzien voor hobby’s zoals muziekschool en dansles, maar ook door het aanbod voor kwetsbare groepen zichtbaarder en toegankelijker te maken.
Er moet meer onderzoek gedaan worden naar de belemmeringen om werk te vinden in de regio Aalst. Hier weten we al dat het ontbreken van een rijbewijs een belangrijke factor is. In dit kader willen we een buddy-actie opzetten om mensen gratis rijlessen te geven en daarnaast onderzoeken of er een subsidie van de gemeente kan worden gegeven om werkzoekenden hun rijbewijs te laten halen.
Ook is, net als in andere steden, een betere toegang tot de arbeidsmarkt nodig. Veel mensen vinden bijvoorbeeld de weg naar een job niet vanwege belemmeringen zoals het ontbreken van een rijbewijs. Het halen van een rijbewijs kost echter geld en is daarom niet de eerste prioriteit van kwetsbare mensen. Bovendien wordt er te weinig rekening gehouden met het individu achter de werkzoekende en worden velen van hen te snel doorverwezen naar maatwerkbedrijven terwijl ze elders zouden passen. Dit werkt demotiverend. Hiermee samenhangend is discriminatie op basis van taal en huidskleur, een probleem dat nog steeds bestaat.
Trajecten om mensen naar de arbeidsmarkt te begeleiden moeten meer gericht zijn op het individu. Daarom wil cd&v Aalst streven naar een project zoals enkele jaren geleden (het ESF WAW-traject), waarbij mensen maandenlang werden begeleid in zowel een individuele als een groepsaanpak waarvan de resultaten positief waren. De focus moet ook meer liggen op doorstroming naar de sociale economie in plaats van mensen rechtstreeks door te verwijzen naar maatbedrijven.
De sociale economie in onze stad moet verder worden uitgebouwd. Daarom moet er meer informatie verspreid worden naar bedrijven en organisaties over de voordelen van deelname aan de sociale economie.
Cd&v pleit voor structurele maatregelen om de armoede in Aalst te bestrijden. Om armoede op een structurele manier aan te pakken, moeten we de “grondoorzaken”, de onderliggende problemen die armoede vormgeven, aanpakken. Daarom is steun aan en samenwerking tussen bestaande welzijns- en armoedeorganisaties in het maatschappelijk middenveld noodzakelijk. Daarnaast moet ook een kader ontwikkeld worden om de samenwerking tussen beleid en deze organisaties te bevorderen, zodat doelstellingen op gemeentelijk niveau gevoed worden met input vanuit het middenveld.
Aalst heeft enkele vrijwilligersverenigingen die hard werken aan het bestrijden van armoede en die mensen helpen om hun leven terug op orde te zetten. Die initiatieven van vrijwilligers zijn onvervangbaar en goud waard. Bestaande initiatieven die goed werk leveren moeten sterk ondersteund worden en bekend gemaakt worden bij de doelgroepen. Daarbij moet een goede afweging gemaakt worden van de prioritaire noden in de stad, in samenspraak met het middenveld.
Het opmaken van het lokaal sociaal beleidsplan moet worden voorafgegaan door overleg met de armoede- en welzijnsorganisaties in onze stad om de bestaande noden in kaart te brengen. Daarnaast is het welzijnsforum, dat twee keer per jaar samenkomt, een belangrijke pijler binnen het armoedebeleid. Ook over specifieke thema’s moet meer worden overlegd.
Partnerschappen tussen organisaties moeten gebaseerd zijn op gelijkheid en vergelijkbare doelstellingen en bestaan om de krachten te bundelen en uiteindelijk samen meer te bereiken dan alleen. Daarom moeten partnerschappen en samenwerking tussen organisaties worden bevorderd en aangemoedigd. We creëren bij de stad 1 aanspreekpunt waartoe organisaties zich kunnen wenden.